uitkleden

uitkleden
{{uitkleden}}{{/term}}
[van de kleren ontdoen] déshabiller
[afzetten] dépouiller
voorbeelden:
1   een voorstel uitkleden supprimer l'essentiel d'une proposition
     zich uitkleden se déshabiller
2   zijn advocaat heeft hem echt uitgekleed il s'est fait plumer par son avocat

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Поможем сделать НИР

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”